Betekenis van:
grootmeester
grootmeester (de ~ | meervoud grootmeesters)
Zelfstandig naamwoord
- meesterschaker of -dammer
"een internationaal grootmeester"
Hyperoniemen
grootmeester (de ~ | meervoud grootmeesters)
Zelfstandig naamwoord
- hoofd v.e. corporatie of orde
"de grootmeester van de orde van Malta"
"Grootmeester-Nationaal"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
grootmeester (de ~ | meervoud grootmeesters)
Zelfstandig naamwoord
- hoofd v.d. hofhouding
"Grootmeester van het huis van Hare Majesteit de Koningin"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
grootmeester (de ~ | meervoud grootmeesters)
Zelfstandig naamwoord
- slim iemand; iem. die uitblinkt; iemand die ongelooflijke dingen kan; deskundige; toonaangevend iemand op bepaald gebied; iemand die ergens in uitmunt; iemand die ergens erg goed in is; op enige wijze opvallend iemand; iemand erg goed ergens in; iemand die ergens in uitblinkt; iemand die uitblinkt in bv. sport
"een grootmeester in [het blaasvoetbal]"
"de grootmeester van de [luit/misdaad/literatuur]"