Betekenis van:
grootte
grootte (de ~ | meervoud groottes, grootten)
Zelfstandig naamwoord
- mate waarin iets groot is
"ter grootte van"
"de grootte van een [kamer/hoek/uitkering]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
grootte
Zelfstandig naamwoord
- de mate waarin iets groot is, de afmeting
"Een meloen ter grootte van een voetbal."
Voorbeeldzinnen
- Grootte [1]
- Grootte [3]
- Grootte [4]
- Grootte [2]
- Grootte (cm)
- GROOTTE SAMENSTELLING
- grootte van de trekstangopening.
- Grootte van de producent
- Positie, grootte en aantal2.6.
- Grootte van de opening
- Grootte van het meer
- Positie, grootte en aantal”;
- Anderszins afwijkende grootte
- Typische grootte monster
- Toleranties in grootte