Betekenis van:
grootte

grootte (de ~ | meervoud groottes, grootten)
Zelfstandig naamwoord
  • mate waarin iets groot is
"ter grootte van"
"de grootte van een [kamer/hoek/uitkering]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

grootte
Zelfstandig naamwoord
  • de mate waarin iets groot is, de afmeting
"Een meloen ter grootte van een voetbal."

Voorbeeldzinnen

  1. Grootte [1]
  2. Grootte [3]
  3. Grootte [4]
  4. Grootte [2]
  5. Grootte (cm)
  6. GROOTTE SAMENSTELLING
  7. grootte van de trekstangopening.
  8. Grootte van de producent
  9. Positie, grootte en aantal2.6.
  10. Grootte van de opening
  11. Grootte van het meer
  12. Positie, grootte en aantal”;
  13. Anderszins afwijkende grootte
  14. Typische grootte monster
  15. Toleranties in grootte