Betekenis van:
guts
guts
Zelfstandig naamwoord
- een gootvormige steekbeitel voor houtbewerking
"De kunstenaar bewerkte het houten beeld met zijn guts."
guts (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- afwezigheid van angst voor gevaar; eigenschap zonder angst te zijn; lef; durf; het niet bang zijn
"de guts niet hebben"