Betekenis van:
halfgeleider

halfgeleider
Zelfstandig naamwoord
  • een stof die de elektriciteit slecht of alleen in bepaalde omstandigheden geleidt
"Voor het proefwerk van woensdag moeten jullie ook enkele toepassingen van halfgeleiders kennen."
halfgeleider
Zelfstandig naamwoord
  • een elektronisch onderdeel dat is opgebouwd uit halfgeleidende materialen
"Om dit toestel weer aan de praat te krijgen, moet u de halfgeleider vervangen."

Voorbeeldzinnen

  1. halfgeleider-"lasers", als hieronder:
  2. metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistors (MOSFET's)
  3. halfgeleider-"lasers", als hieronder:
  4. halfgeleider-„lasers”, als hieronder:
  5. Halfgeleider-"lasers", als hieronder:
  6. Halfgeleider-„lasers” en onderdelen daarvoor, als volgt:
  7. Halfgeleider-"lasers" worden gewoonlijk "laser"-dioden genoemd.
  8. Halfgeleider-"lasers" en onderdelen daarvoor, als volgt:
  9. dubbel gediffundeerde metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistors (DMOSFET's)
  10. meer dan 4 × 106"actieve pixels" per halfgeleider-«array» voor kleurencamera’s met drie halfgeleider-"arrays", of
  11. meer dan 12 × 106"actieve pixels" voor halfgeleider-«array» kleurencamera’s met één halfgeleider-«array»; en
  12. meer dan 12 × 106"actieve pixels" voor halfgeleider-«array» kleurencamera’s met één halfgeleider-«array»; en
  13. Afstembare halfgeleider-"lasers" en afstembare halfgeleider-"lasers" in series ("arrays"), met een golflengte van 9 μm–17 μm, alsmede stacks van arrays van halfgeleider-"lasers" die ten minste één array van afstembare halfgeleider-"lasers" met een dergelijke golflengte bevatten.
  14. meer dan 150000"actieve pixels" per halfgeleider-«array»;
  15. Fotomaskers om schakelschemapatronen fotografisch op halfgeleider wafers over te brengen