Betekenis van:
halfuur

halfuur (het ~ | meervoud halfuren)
Zelfstandig naamwoord
  • half uur
"om het halfuur"
"het duurt maar een klein halfuurtje"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Indien bijvoorbeeld schotten, dekken of zijden en eindschotten van dekhuizen brandwerendheid „B-0” mogen hebben, is de „brandproef welke van toepassing is” een halfuur.
  2. .2 dat voor dergelijke constructiedelen die schotten van klasse B moeten ondersteunen, de grens voor de temperatuurstijging genoemd in punt .2.1 aan het einde van een halfuur zal gelden;