Betekenis van:
halveren

halveren
Werkwoord
  • tot de helft reduceren
"een loon/uitkering halveren"
"een achterstand/voorsprong halveren"

Hyperoniemen

halveren
Werkwoord
  • in twee helften verdelen
"een appel/sinaasappel halveren"

Hyperoniemen

halveren
Werkwoord
  • tot de helft terugbrengen
"De rechtbank halveert de geëiste straf."

Voorbeeldzinnen

  1. Het luchtvervoer groener maken: Ontwikkeling van technologie om de milieueffecten van de luchtvaart te verminderen teneinde de emissie van kooldioxide (CO2) te halveren, de specifieke emissie van stikstofoxiden (NOx) met 80 % te verlagen en de geluidshinder te halveren.
  2. In dat witboek stelt de Commissie zich ook tot doel het aantal slachtoffers op de wegen in de Europese Unie tussen 2001 en 2010 te halveren.
  3. Toch ziet de Commissie niet in hoe deze projecten de stroomtarieven kunnen halveren om deze zo op het niveau van 30 EUR/MWh te brengen, tarief dat volgens Alcoa nodig is om een smelterij winstgevend te maken.