Betekenis van:
handboek

handboek (het ~ | meervoud handboeken)
Zelfstandig naamwoord
  • overzichtsboek v.d. belangrijkste dingen; boekje met instructies
"het handboek voor de soldaat"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ze was een handboek aan het lezen over tuinieren.
  2. Handboek treinbestuurder
  3. Sirene-handboek
  4. het handboek van rijexamennormen;
  5. Bijlage en handboek
  6. het SIRENE-handboek [5],
  7. .3 Handboek voor opleiding
  8. .5 Handboek voor de opleiding
  9. Handboek voor het oplossen van storingen (storingsdiagnose)
  10. Overeenkomstig hoofdstuk 2.1.1 van het OIE-handboek.
  11. het testen van het operationele OSI-handboek.
  12. Sirene-handboek en andere uitvoeringsmaatregelen [1]
  13. Het handboek dient minimaal de volgende procedures te bevatten:
  14. Verwijs zo mogelijk naar een handboek of verslag.
  15. Het handboek heeft de vorm van een Raadsdocument.