Betekenis van:
handel
handel (de/het ~ | meervoud handels)
Zelfstandig naamwoord
- beweegbaar handvat; beweegbaar handvat
"de handel overhalen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
handel (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- bedrijf dat handelt; onderneming die handel drijft
"een handel in [iets]"
"een lucratief handeltje"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
handel
Zelfstandig naamwoord
- de in- en verkoop van goederen
handel
Zelfstandig naamwoord
- winkel
handel
Zelfstandig naamwoord
- handgreep, handvat, hendel
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik handel, dus ik besta
- Handel
- HANDEL
- Handel
- Handel
- HANDEL
- HANDEL
- DG Handel
- E-handel
- Totaal handel
- Secundaire handel
- In de handel brengen
- Detailhandelsdiensten voor elektronische handel
- Negatieve effecten op handel
- Internationale handel in diensten