Betekenis van:
handelen
handelen
Werkwoord
- iets doen, al of niet met de handen, optreden
"Zij handelden daarin erg onzorgvuldig."
handelen
Werkwoord
- handel drijven
"De Nederlanders handelden met vele landen langs de kust van de Indische Oceaan."
handelen
Werkwoord
- een functie vervullen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- We moeten snel handelen.
- Laat ons op gewaarschuwde wijze verder handelen
- het andere deel", zoals in audiatur et altera pars (zie aldaar) of inaudita altera parte: "zonder tegenpartij te hebben gehoord (is rechtvaardig handelen niet mogelijk)
- Handelen
- Intentie om te handelen
- Zij handelen onafhankelijk.
- Bijgevolg dient deze te handelen.
- Het handelen voor eigen rekening
- die uitsluitend voor eigen rekening handelen;
- Hiertoe handelen de lidstaten als volgt:
- in aanzienlijke mate in grondstoffen handelen,
- Deze praktische procedures moeten snel handelen garanderen.
- De leden van de adviescommissie handelen onafhankelijk.
- Hiertoe handelen de lidstaten als volgt:
- De lidstaten handelen in een stabiel programmeringsklimaat.