Betekenis van:
handschoen
handschoen (de ~ | meervoud handschoenen)
Zelfstandig naamwoord
- kledingstuk voor om de hand
"met fluwelen handschoenen aanpakken"
"een paar handschoenen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
handschoen
Zelfstandig naamwoord
- een handkledingstuk met aparte vingers
"Verdorie, ik ben mijn handschoenen vergeten mee te nemen."
Voorbeeldzinnen
- Mijn favoriet woord in het Duits is het woord voor 'handschoen'.