Betekenis van:
haren

haren
Bijvoeglijk naamwoord
  • van haar
"een haren borstel"
haar (de/het ~ | meervoud haren)
Zelfstandig naamwoord
  • buisje in de huid van mens en dier
"iets met de haren erbij slepen"
"ober, er zit een haar in mijn soep"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Met de zijnen/haren/hunnen", "met aanhang
  2. Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken
  3. Wanneer varkens niet worden gevild, moeten de haren onmiddellijk worden verwijderd.
  4. of de uitgevende instelling de bronbelastingen eventueel te haren laste neemt.
  5. Deze controles worden verricht voor rekening van de Gemeenschap, die de daaruit voortvloeiende kosten te haren laste neemt.
  6. Wanneer het nodig is manen of staarten in te korten of te fatsoeneren, dient dit te geschieden door trimmen en niet door het uittrekken van haren.
  7. Een vennootschap die namelijk de indruk wekt de schuld van een andere vennootschap op zich te nemen, doet in het vermogen van derden een schuld te haren laste ontstaan.
  8. De deskundige heeft bevestigd dat in de intentiebrief is bepaald dat de door Alitalia berekende herstructureringskosten te haren laste blijven wanneer ze hoger zouden uitvallen dan de aan AZ Services overgedragen reserve.
  9. Indien door omstandigheden buiten de wil van de exporteur de in artikel 3, lid 1, bedoelde controle niet kon worden verricht, kan de bevoegde autoriteit op een met redenen omkleed verzoek van de exporteur andere documenten aanvaarden die ten haren genoegen bewijzen dat Verordening (EG) nr. 1/2005 in acht is genomen.