Betekenis van:
harmonie

harmonie (de ~ | meervoud harmonies)
Zelfstandig naamwoord
  • muziekkorps met blaas-/ slaginstrumenten
"hij speelt trombone in de plaatselijke harmonie"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. We moeten leren in harmonie leven met de natuur.
  2. Waar harmonie is, daar heerst victorie
  3. Harmonie onder haar bewoners is de dikste muur van elke stad