Betekenis van:
heden
heden
Bijwoord
- in de tegenwoordige tijd, in deze tijd
"Dat is heden niet meer het geval."
heden
Bijwoord
- op deze dag
"Heden is Pinksteren."
Voorbeeldzinnen
- We kunnen het verleden en het heden registreren.
- Laat het verleden achter je en zorg je maar voor het heden.
- Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.
- Vanuit het heden", "Zoals de situatie momenteel is
- Vandaag voor mij, morgen voor jou." Vandaar: "heden ik, morgen gij,
- Verleden tijd is niets, de toekomst is ongewis. Het heden is onzeker, pas op en verdoe uw tijd niet
- Intraveneus drugsgebruik in het verleden of heden
- Individuele en teamverantwoordelijk heden, besluitvorming, en acties
- Kwaadaardige neoplasie in het verleden of heden
- het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen (1);
- Andere overdraagbare ziekte in het verleden of heden
- het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen;
- Aantoonbare tekorten aan nutriënten komen heden ten dage in de Gemeenschap voor, maar zijn weinig frequent.
- Tot op heden is de investeringssteun nog niet aan de werf uitgekeerd.
- het dier is (de dieren zijn) heden onderzocht en vertoont (vertonen) geen klinische ziekteverschijnselen;