Betekenis van:
heelkunde
heelkunde (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- deel van de geneeskunde dat d.m.v. operatie genezing probeert te bewerkstelligen
"de afdeling heelkunde van het ziekenhuis"
Synoniemen
Hyperoniemen
heelkunde
Zelfstandig naamwoord
- de tak van de geneeskunde die met operatie probeert te genezen
"De heelkunde maakt momenteel een grote ontwikkeling door."
Voorbeeldzinnen
- HEELKUNDE
- ORTHOPEDIE/ORTHOPEDISCHE HEELKUNDE
- HEELKUNDE OP HET ABDOMEN
- PLASTISCHE CHIRURGIE/PLASTISCHE, RECONSTRUCTIEVE EN ESTHETISCHE HEELKUNDE
- CARDIO-THORACALE CHIRURGIE/HEELKUNDE OP DE THORAX
- Inleiding tot de verpleging in de genees- en de heelkunde.
- Klinische genees- en heelkunde (met inbegrip van de anesthesiologie)