Betekenis van:
heerlijk
heerlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- v.d. heer
"heerlijke rechten"
"een heerlijk goed"
heerlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- zeer aangenaam
"Ik heb een heerlijke tijd gehad!"
heerlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- erg smakelijk
"We hebben een heerlijke maaltijd genuttigd."
heerlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- van de (lands)heer
"Het meertje bevindt zich op heerlijk terrein."
Voorbeeldzinnen
- Je taart is heerlijk.
- Dat is echt heerlijk.
- De appels zijn heerlijk.
- Mijn vader maakte me een heerlijk middagmaal.
- De appeltaart van zijn tante was heerlijk, dus hij nam een tweede portie.