Betekenis van:
heffen
heffen
Werkwoord
- op opwaartse richting doen bewegen
"Zij hieven het glas om hem nog vele gezonde jaren toe te wensen."
heffen
Werkwoord
- doen betalen, aanrekenen
"Daarop wordt veel belasting geheven."
heffen
Werkwoord
- opheffen; geld innen; tillen; opheffen; oppakken; opheffen; heffen; opheffen; optillen
"iets heffen"
"het glas heffen op iemand/iets"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
heffen
Werkwoord
- opeisen
"belastingen/tolgeld heffen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Heffen en opvijzelen
- Heffen en opvijzelen
- Ruimte voor heffen richtstang
- Aangrijpingspunten voor heffen en opvijzelen
- Veel bukken, heffen, dragen van voorwerpen
- De lidstaten kunnen belastingen heffen op:
- zwengels om luiken op te heffen;
- Lijnen met een spoorbreedte van 1668 mm — Heffen en opvijzelen
- Om de werking op te heffen is edrofonium noodzakelijk.
- Er bestaat een duidelijk juridisch onderscheid tussen het heffen van accijnzen en het heffen van een tol op zware vrachtwagens voor het gebruik van de infrastructuur.
- geven van de bevoegdheid tot het heffen en gebruiken van gemeentelijke fiscale rechten;
- Op grond van de belastingvrijstellingsregeling behoeven bedrijven geen omzetbelasting te heffen over hun verkooptransacties.
- Siem Reap Airways International heeft gevraagd de opschorting van zijn AOC op te heffen.
- Het hijsen/heffen van werknemers is uitsluitend toegestaan met behulp van speciaal daarvoor bestemde arbeidsmiddelen.
- Duitsland wordt aangemaand de in artikel 1 genoemde steunmaatregel op te heffen.