Betekenis van:
herhalen
herhalen
Werkwoord
- *iets opnieuw zeggen
"Ik kon u niet verstaan, wilt u dat herhalen?"
herhalen
Werkwoord
- *iets opnieuw zingen
"We hebben het refrein van het liedje nog menigmaal herhaald."
herhalen
Werkwoord
- *iets opnieuw doen
"Het eerder uitgezonden programma wordt morgen herhaald."
herhalen
Werkwoord
- *steeds weer in eenzelfde situatie terechtkomen
"De schaakpartij liep uit op remise door herhaling van zetten."
herhalen
Werkwoord
- *steeds weer hetzelfde beleven
"Elke dag herhaalde zich hetzelfde ritueel."
herhalen
Werkwoord
- *een steeds terugkerende handeling
"Hij is vast aan het oefenen want hij herhaalt steeds hetzelfde riedeltje."
herhalen
Werkwoord
- herhalen; herhalen wat een ander gezegd heeft; nazeggen
"een zin herhalen"
"herhalen wat iemand zegt"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
herhalen
Werkwoord
- nog eens, of meerdere keren, hetzelfde ondervinden, uitvoeren of laten weerkeren:
Voorbeeldzinnen
- Kunt u dat herhalen?
- Kunt ge dat herhalen?
- Kan je herhalen wat je zei?
- Kun je dat herhalen?
- Hoe vaak moet ik nog herhalen dat ze mijn vriendin niet is?
- … tegen … (indien nodig herhalen).]
- … tegen … (indien nodig herhalen);]
- op … tegen … (indien nodig herhalen);]
- op … tegen … (indien nodig herhalen).]
- op … tegen … (indien nodig herhalen);]
- op … tegen … (indien nodig herhalen);]
- op … tegen … (indien nodig herhalen);]
- De delegaties herhalen geen argumenten van een vorige spreker.
- Herhalen voor alle brandstoffen die kunnen worden gebruikt.
- op … met een officieel goedgekeurd vaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);]