Betekenis van:
heten
heten
Werkwoord
- op een bepaalde wijze genoemd zijn
"Hij heet Jan."
heten
Werkwoord
- gehouden worden vooor; doorgaan voor; aangezien worden voor
"rijk heten"
"het heet dat (hij gezeten heeft)"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Kranten, televisie en radio heten massamedia.
- Er wordt op gewezen dat de „Hydro Agri”-ondernemingen in het oorspronkelijke onderzoek nu „Yara” heten.
- Het project lijkt niet te zijn voltooid, niet in de laatste plaats omdat Dornier, of Dornier-Fairchild, zoals het later ging heten, failliet ging.
- Deze gezamenlijke onderneming zal Sony BMG heten en actief zijn op het gebied van het scouten van talent en de ontwikkeling van artiesten (A&R genaamd [2]) en de daaruit voortvloeiende promotie en verkoop van muziekopnames.
- De aanbevelingen en besluiten van het Comité als bedoeld in artikel 21, lid 1, van de Overeenkomst worden vastgesteld bij consensus tussen beide delegaties; zij heten „aanbeveling” of „besluit” en worden gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een aanduiding van het onderwerp.
- Tijdens de vergadering van 6 juli 2006 besloot de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) om in samenwerking met centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s) en andere marktdeelnemers de mogelijkheid na te gaan van een nieuwe effectenvereveningsdienst van het Eurosysteem die TARGET2-Effecten (T2S) moet gaan heten.
- Op 6 juli 2006 heeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) besloten om in samenwerking met de centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s) en andere marktdeelnemers de mogelijkheid na te gaan voor het opzetten van een nieuwe effectenafwikkelingsdienst van het Eurosysteem in centralebankgeld, die TARGET2-Securities (T2S) moet gaan heten.