Betekenis van:
hevigheid

hevigheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het hevig zijn; hevigheid; eigenschap hevig of krachtig te zijn
"(in) alle hevigheid"
"in hevigheid"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ook de storm van 26 en 27 december 1999 kan gezien de extreme en ongewone hevigheid ervan als natuurramp worden beschouwd.
  2. Kwetsbare gebieden die worden gekenmerkt door natuurrisico's (alle atmosferische, hydrologische, seismische, vulkanische verschijnselen en ongecontroleerde branden die door hun locatie, hevigheid en frequentie, mogelijk ernstige maatschappelijke gevolgen kunnen hebben), zoals overstromingen, aardverschuivingen en -verzakkingen, lawines, bosbranden, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.