Betekenis van:
hit
hit (de ~ | meervoud hits)
Zelfstandig naamwoord
- succesvolle single; grote hit; zeer succesvol optreden, uitgave etc.; zeer geslaagd muzieknummer
"een hit scoren"
"ze zullen ook al hun oude hits ten gehore brengen"
Synoniemen
Hyperoniemen
hit
Zelfstandig naamwoord
- een succesvol lied
"Marco Borsato heeft al vele hits gehad."
hit (de ~ | meervoud hitten)
Zelfstandig naamwoord
- jonge dienstbode
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
hit
Zelfstandig naamwoord
- een treffer bij een zoekactie
Voorbeeldzinnen
- Na een hit
- „ HIT” sp. z o.o.
- Opvolging van een hit
- informatie-uitwisseling bij een hit;
- Doorgeleiding van aanvullende informatie na een hit
- Mededeling van een hit aan de lidstaten
- Mededeling van een hit aan de Schengenlidstaten
- Het antwoord bevat een Hit/No-Hit-melding van het AFIS waarin de bevraging is verricht.
- Case „No Hit”: original requesting profile sent back only;
- PPH „HIT” sp. z o.o., 43-229 Ćwiklice, ul.
- Case „Hit”: original requesting profile and matched profiles sent back.
- HIT Hightechindustrie (NACE Rev.2 21+26+30.3+32.5)
- de indicatie of er al dan niet sprake is van één of meerdere overeenkomende profielen (hit/no-hit);
- In het geval van een „No-HIT” worden de volgende logische records teruggestuurd:
- Wanneer de na een hit te volgen procedures niet kunnen worden uitgevoerd (artikel 104, lid 3)