Betekenis van:
hoeder

hoeder (de ~ | meervoud hoeders)
Zelfstandig naamwoord
  • beschermer
"ben ik mijn broeders hoeder?"

Hyperoniemen

Hyponiemen

hoeder
Zelfstandig naamwoord
  • hoger geplaatste beschermer; iemand die beschermt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. de follow-up van het Annapolis-proces, leidend tot een akkoord over een definitieve status en de oprichting van een Palestijnse staat, met als onderdeel daarvan een sterkere rol voor het Kwartet als hoeder van de routekaart, in het bijzonder om toe te zien op de uitvoering van de verplichtingen die beide partijen krachtens die routekaart hebben en in overeenstemming met alle internationale bemoeienis om tot een alomvattende vredesregeling tussen Israël en de Arabische landen te komen;
  2. de follow-up van het Annapolis-proces, leidend tot een akkoord over een definitieve status en de oprichting van een Palestijnse staat, met als onderdeel daarvan een sterkere rol voor het Kwartet als hoeder van de routekaart, in het bijzonder om toe te zien op de uitvoering van de verplichtingen die beide partijen krachtens die routekaart hebben en in overeenstemming met alle internationale bemoeienis om tot een alomvattende vredesregeling tussen Israël en de Arabische landen te komen;
  3. de follow-up van het Annapolis-proces, leidend tot een akkoord over een definitieve status en de oprichting van een Palestijnse staat, met als onderdeel daarvan een sterkere rol voor het Kwartet als hoeder van de routekaart, in het bijzonder om toe te zien op de uitvoering van de verplichtingen die beide partijen krachtens die routekaart hebben en in overeenstemming met alle internationale bemoeienis om tot een alomvattende vredesregeling tussen Israël en de Arabische landen te komen;