Betekenis van:
hoepel
hoepel (de ~ | meervoud hoepels)
Zelfstandig naamwoord
- dunne houten ring; ring waaromheen iets gespannen wordt
"door een hoepel springen"
"een brandende hoepel"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
hoepel (de ~ | meervoud hoepels)
Zelfstandig naamwoord
- gebogen plank als onderdeel v.e. ton; elk van de gebogen platte stukken hout van de wand van een vat of kuip; band om een ton
"de kuiper legde een hoepel om het vat"
"zo krom als een hoepel"
Synoniemen
Hyperoniemen
hoepel
Zelfstandig naamwoord
- grote ring waar acrobaten en gedresseerde dieren doorheen springen; grote ring waar acrobaten en gedresseerde dieren doorheen springen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
hoepel
Zelfstandig naamwoord
- een ringvormige metalen band, met name om de duigen van een vat bijeen te houden
hoepel
Zelfstandig naamwoord
- iedere ringvormige band in de vorm van [1]