Betekenis van:
hoffelijkheid

hoffelijkheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het hoffelijk zijn
"volgens de sigarettenfabrikant komen rokers en niet-rokers er met hoffelijkheid en tolerantie wel uit"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

hoffelijkheid (de ~ | meervoud hoffelijkheden)
Zelfstandig naamwoord
  • hoffelijke daad

Synoniemen

Hyperoniemen