Betekenis van:
hoofddek

hoofddek (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • bovenste dek van schepen met meer dan één dek
"op het hoofddek"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. elk lid van de kajuitbemanning zelf een evacuatieglijbaan gebruikt, en dit vanaf een hoogte overeenkomend met die van de drempel van het hoofddek van het vliegtuig;
  2. elk lid van de kajuitbemanning zelf een evacuatieglijbaan gebruikt, en dit vanaf een hoogte overeenkomend met die van de drempel van het hoofddek van het vliegtuig;
  3. Wat betreft de voorwaarde dat de steun geen betrekking mag hebben op de in tonnage of motorvermogen gemeten capaciteit, bestaat de bij Verordening (EG) nr. 2369/2002 aangebrachte wijziging erin dat van die beperking mag worden afgeweken als het gaat om steun die in overeenstemming is met artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 [12], op grond waarvan de capaciteit mag toenemen als het moderniseringswerken aan het hoofddek betreft die bedoeld zijn om de veiligheid aan boord, de arbeidsomstandigheden, de hygiëne en de productkwaliteit te verbeteren.