Betekenis van:
hoogheid
hoogheid (de ~ | meervoud hoogheden)
Zelfstandig naamwoord
- hoofd van een rijk of vorstendom
"Hare/Zijne Koninklijke Hoogheid"
"Doorluchtige Hoogheid"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG,