Betekenis van:
hoogmoed

hoogmoed
Zelfstandig naamwoord
  • overschatting van eigen kunnen
"Het is hoogmoed om te denken dat je wel even van die jongen wint."

Voorbeeldzinnen

  1. Voor hoogmoedigen verandert roem snel in schande", "Hoogmoed komt voor de val
  2. Massary, J.-C. de en Hoogmoed, M. 2001.