Betekenis van:
hoorder
hoorder
Zelfstandig naamwoord
- iem. die toehoort, die luistert
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- HOORDER
- De onderneming heeft beroep ingesteld bij de hoorder.
- Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de hoorder van DG Trade wordt ingeschakeld.
- Nadat kennis was genomen van de argumenten van de onderneming en de opmerkingen van de hoorder, werd bevestigd dat de onderneming niet tijdig heeft aangegeven dat er sprake was van tijdgebrek en dientengevolge niet voldoende inspanning heeft geleverd om medewerking bij het onderzoek te verlenen.