Betekenis van:
hopeloos
hopeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- uitzichtloos; zonder perspectief
"een hopeloos geval"
"een hopeloze zaak/liefde/situatie"
Synoniemen
Hyperoniemen
hopeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- waaraan hoop op succes ontbreekt
"Dat bleek een hopeloze zaak te zijn."
Voorbeeldzinnen
- Hij is een hopeloos geval.
- De deskundige van de Commissie maakt met name melding van een studie van „Mercer Management Consulting”: Mercer on Travel and Transport, Volume X, Number 1, Fall 2003/Winter 2004, waarin staat dat de concurrentiepositie van het goederenvervoer per spoor onder druk staat maar niet hopeloos is.