Betekenis van:
houding
houding (de ~ | meervoud houdingen)
Zelfstandig naamwoord
- lichaamsstand; gemaakte manier van doen; stand v.e. lichaam/lichaamsdeel; stand van het lichaam
"een houding aannemen"
"in de houding staan"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
houding (de ~ | meervoud houdingen)
Zelfstandig naamwoord
- gedragslijn
"een positieve/negatieve houding"
"een superieure houding"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
houding
Zelfstandig naamwoord
- onecht; arrogante houding; gemaakte manier van doen
Synoniemen
Hyperoniemen
houding
Zelfstandig naamwoord
- een pose
houding
Zelfstandig naamwoord
- gedragslijn, opstelling
Voorbeeldzinnen
- Professionele houding
- Ongezonde houding
- in gebogen houding werken
- Blijk geven van een constructieve houding.
- probleem bij houding van het management
- Een constructieve houding aannemen met betrekking tot Kosovo.
- Ontwerp veroorzaakt ongezonde houding van persoon die het product gebruikt
- De gebruiker bevindt zich niet in een speciale houding.
- Alle varkens moeten ten minste gelijktijdig kunnen gaan liggen en in hun natuurlijke houding kunnen staan.
- Alle 35 agrarische stokerijen nemen een negatieve houding aan tegenover het standpunt van de Commissie.
- Leveranciers hebben dan ook een zeer voorzichtige houding aangenomen ten aanzien van Alitalia.
- In opgerichte houding bereiken volwassen dieren een lichaamslengte van ongeveer 40 cm.
- het belang van oplettendheid en van de houding ten opzichte van medeweggebruikers;
- De beschermingsinrichting tegen klemrijden mag de persoon niet beletten een geschikte houding aan te nemen om de koppeling te bedienen.
- Op grond daarvan neemt de Autoriteit in het algemeen een positieve houding aan tegenover staatssteun voor dergelijke projecten.