Betekenis van:
huren
huren
Werkwoord
- tegen betaling lenen
"Als je dat behang van de muur wil halen, kan je daar een machine voor huren."
huur (de ~ | meervoud huren)
Werkwoord
- het lenen of gebruiken tegen betaling
"te huur"
"iemand de huur opzeggen"
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik moet een kamer huren.
- Ik wilde een bus huren.
- Ik wilde een touringcar huren.
- Ik zou graag een auto willen huren.
- Je kan een boot per uur huren.
- Waar kan ik een auto huren?
- Ik zou graag een auto willen huren.
- Ik ben op zoek naar een huis, wat ik kan huren.
- Ik wil graag een auto huren
- vergoedingen voor het huren van productie-installaties/-uitrusting
- vergoedingen voor het huren van productie-installaties/-uitrusting;
- Dergelijke locaties leiden ook tot te hoge huren voor Sernam.
- De GmbH zal tegen marktvoorwaarden ruimten huren voor de huisvesting van haar hoofdkantoor en de vinotheek.
- Uitgaven in verband hiermee, zoals voor het huren en aflezen van meters, opslagtanks, vaste lasten enz.
- Uitgaven in verband hiermee, zoals voor het huren en aflezen van meters, vaste lasten enz.