Betekenis van:
hurken

hurken
Werkwoord
  • op je hurken zitten
"hij hurkte naast de gewonde"

Synoniemen

Hyperoniemen

hurken
Werkwoord
  • op de onderbenen gaan zitten
"Ze hurkte om wat onkruid te wieden."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. In dit vreemde land zaten de mensen op de bushalte rustig op hun hurken op de bus te wachten.
  2. knielen/kruipen/hurken