Betekenis van:
ibis

ibis (de ~ | meervoud ibissen)
Zelfstandig naamwoord
  • vogel met lange poten
"in Artis staan de ibissen, ooievaars en spotvogels bij elkaar"

Hyperoniemen

ibis
Zelfstandig naamwoord
  • een vogel behorend tot de familie '''', anders dan een lepelaar (Platelaea)
"Een ibis heeft een lange, smalle en gekromde snavel."

Voorbeeldzinnen

  1. Rode ibis
  2. Kaapse ibis
  3. Geen andere buitenlandse, federale, staats- of lokale instantie heeft directe elektronische toegang tot PNR-gegevens via databanken van het CBP (of via het Interagency Border Inspection System (IBIS)).