Betekenis van:
identiteit
identiteit (de ~ | meervoud identiteiten)
Zelfstandig naamwoord
- eigen persoonlijkheid als mens; persoonlijkheid; opvallend iemand
"veel jongeren zijn op zoek naar hun eigen identiteit"
"een eigen identiteit hebben"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
identiteit (de ~ | meervoud identiteiten)
Zelfstandig naamwoord
- persoonsgelijkheid
"de identiteit vaststellen"
"de ware identiteit"
Hyperoniemen
Hyponiemen
identiteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- algemene gelijkheid
"de identiteit van [twee voorwerpen]"
Hyperoniemen
identiteit
Zelfstandig naamwoord
- een kenmerk dat je onderscheidt van anderen en bepaalt wie je bent
"De agent vroeg of ik mijn identiteit kon aantonen."
Voorbeeldzinnen
- Identiteit
- [Identiteit]
- identiteit;
- Bevestigde identiteit (vastgestelde identiteit)
- Identiteit vervoerseenheden
- Identiteit vastgesteld?
- Identiteit hoofdspoorwegonderneming.
- identiteit rapporteringspunt
- Identiteit donor
- Identiteit handelszegel
- misbruik van een identiteit.
- Identiteit van de begunstigde
- Identiteit van de begunstigde
- Gevaarlijke stoffen, identiteit.
- Identiteit van het gewasbeschermingsmiddel