Betekenis van:
ijselijk
ijselijk
Bijvoeglijk naamwoord
- afschuwelijk.
"Het was haar niet alleen ontnomen, maar tot de ijselijkste kwelling gemaakt."
ijselijk
Bijvoeglijk naamwoord
- zo geweldig, zo enorm, dat men ervan schrikt
"een ijselijke gil/kreet/schreeuw"
Synoniemen
ijselijk
Bijvoeglijk naamwoord
- in hoge mate
Synoniemen
- zeer
- allemachtig
- beestachtig
- bijzonder
- bliksems
- bloedig
- bovenmate
- buitengewoon
- buitenmate
- buitensporig
- crimineel
- deerlijk
- deksels
- donders
- drommels
- eindeloos
- enorm
- erbarmelijk
- fantastisch
- formidabel
- geweldig
- goddeloos
- godsjammerlijk
- grenzeloos
- grotelijks
- heel
- ijzig
- intens
- krankzinnig
- machtig
- mirakels
- monsterachtig
- moorddadig
- oneindig
- onnoemelijk
- ontiegelijk
- ontstellend
- ontzaglijk
- ontzettend
- onuitsprekelijk
- onvoorstelbaar
- onwezenlijk
- onwijs
- overweldigend
- peilloos
- reusachtig
- reuze
- schrikkelijk
- sterk
- uiterst
- verdomd
- verdraaid
- verduiveld
- verduveld
- verrekt
- verrot
- verschrikkelijk
- vervloekt
- vreselijk
- waanzinnig
- zeldzaam
- zwaar
- verbluffend
- ongeloofwaardig
- onwaarschijnlijk