Betekenis van:
imker

imker
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die bijen houdt voor het verkrijgen van honing
"De imker werd gestoken door één van zijn bijen."
imker (de ~ | meervoud imkers)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die bijen houdt als middel van bestaan

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord