Betekenis van:
impuls
impuls (de ~ | meervoud impulsen)
Zelfstandig naamwoord
- overbrenging door een zenuw
"een impuls doorgeven"
Hyperoniemen
impuls
Zelfstandig naamwoord
- innerlijke drang
"Meestal wint de ratio het over de dierlijke impuls."
impuls
Zelfstandig naamwoord
- stimulering, een duw in de rug
"Dalende olieprijzen zouden de Nederlandse economie een positieve impuls kunnen geven."
impuls (de ~ | meervoud impulsen)
Zelfstandig naamwoord
- kort optredende, sterke elektrische stroom
"een elektrische impuls"
"een impuls overdragen"
Synoniemen
Hyperoniemen
impuls
Zelfstandig naamwoord
- product van massa en snelheid
Voorbeeldzinnen
- een uitgangsenergie van meer dan 4 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 10 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 50 mJ per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 10 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 100 J per impuls;
- een uitgangsenergie van meer dan 4 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 50 J per impuls;
- een uitgangsenergie van meer dan 0,1 J per impuls;
- een uitgangsenergie van meer dan 50 mJ per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 0,1 J per impuls;
- een uitgangsenergie van meer dan 2 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 1,5 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 0,1 J per impuls;
- een uitgangsenergie van meer dan 2 J per impuls; of
- een uitgangsenergie van meer dan 4 J per impuls; of