Betekenis van:
inbreken
inbreken
Werkwoord
- een inbraak plegen
"inbreken bij de buren"
"in een winkel inbreken"
Hyperoniemen
Hyponiemen
inbreken
Werkwoord
- zich met geweld een toegang verschaffen
"Er werd ingebroken en de inbrekers namen een tas mee waar toevallig mijn paspoort in zat."