Betekenis van:
incident
incident
Zelfstandig naamwoord
- een opschudding verwekkend voorval
"Er was gisteren een ernstig incident aan de grens met Noord-Korea."
incident (het ~ | meervoud incidenten)
Zelfstandig naamwoord
- verschil van mening, botsing, strijd
"er doet zich een incident voor"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
incident
Zelfstandig naamwoord
- elk in een geding naast het hoofdgeschil opkomend twistpunt
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Incident met gevaarlijke goederen.
- Incident met gevaarlijke goederen.
- gegevensregistratie voor incident onderzoeksdoeleinden
- „incident op zee”,
- alleen gegevensregistratie voor incident onderzoeksdoeleinden
- Interface voor gegevensregistratie voor incident onderzoeksdoeleinden
- Rapportering na het incident (referentie bijlage C)
- ondersteuning van gegevensregistratie voor incident onderzoeksdoeleinden.
- de ernst van het ongeval of incident,
- Incident (verslag van de bevoegde nationale autoriteit):
- vermoedelijke oorzaak van het incident of ongeval;
- Incident (zie de velden onder 4.
- Interface voor gegevensregistratie voor incident onderzoeksdoeleinden
- Tijdstip van het ongeval of incident op zee
- Plaats van het ongeval of incident op zee