Betekenis van:
ingang
ingang (de ~ | meervoud ingangen)
Zelfstandig naamwoord
- toegang tot een gebouw; plaats van ingang; entreemogelijkheid
"gerede ingang vinden"
"de ingang [blokkeren/versperren]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
ingang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- tijd waarop iets begint
"met onmiddellijke ingang"
"met ingang van..."
Hyperoniemen
ingang (de ~ | meervoud ingangen)
Zelfstandig naamwoord
- trefwoord v.e. woordenboekartikel; woord waaronder een artikel staat
"onder een ingang zoeken"
Synoniemen
Hyperoniemen
ingang
Zelfstandig naamwoord
- een trefwoord dat te vinden is in een woordenboek
ingang
Zelfstandig naamwoord
- een opening waar iets doorheen kan
Voorbeeldzinnen
- Waar is de ingang?
- Waar is de ingang?
- Het is de bedoeling dat we onze schoenen uittrekken aan de ingang.
- DVI-ingang,
- Hoogte ingang
- VGA-ingang,
- een audio-ingang;
- Datum van ingang
- Gemiddelde luchttemperatuur ingang drooginstallatie
- met ingang van …
- BNC-ingang en -uitgang,
- audio-ingang en -uitgang.
- Met ingang van: …
- met ingang van … (datum)
- Met ingang van: …