Betekenis van:
inhalen

inhalen
Werkwoord
  • voorbijstreven
"de achterstand inhalen"
"de koplopers inhalen"

Hyperoniemen

inhalen
Werkwoord
  • (een voortrijdend voertuig) voorbijgaan
"een (andere) auto inhalen"
"links/rechts inhalen"

Hyperoniemen

inhalen
Werkwoord
  • naar binnen halen
"de netten inhalen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

inhalen
Werkwoord
  • achternagaan en weer bereiken
"de koploper inhalen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik moet de verloren tijd inhalen.
  2. Het maakt niet uit hoe snel je wandelt, je kan hem niet inhalen.
  3. Inhalen/passeren: inhalen van ander verkeer (indien mogelijk); obstakels voorbijrijden, bijvoorbeeld geparkeerde auto's; ingehaald worden (indien mogelijk);
  4. Inhalen/passeren: inhalen van ander verkeer (indien mogelijk); obstakels voorbijrijden, bijvoorbeeld geparkeerde auto's; ingehaald worden (indien mogelijk);
  5. Registreer de activiteit van het vaartuig: vissen, uitzetten van vistuig, trawlen, inhalen van het tuig of andere.
  6. het aantal als bijvangst gevangen walvisachtigen, met vermelding van de soorten en, indien mogelijk, aanvullende informatie over grootte of gewicht, geslacht, leeftijd en, in voorkomend geval, gegevens omtrent de dieren die bij het inhalen van de netten verloren zijn gegaan of die levend overboord zijn gezet;