Betekenis van:
inherent

inherent
Bijvoeglijk naamwoord
  • onlosmakelijk samengaand, een vaste eigenschap vormend
"Depressie heeft inherente lichamelijke gevolgen."
inherent
Bijvoeglijk naamwoord
  • eigen aan iets; kenmerkend
"inherent aan [iets]"
"inherente eigenschappen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Inherent aëroob biologisch afbreekbaar
  2. Inherent biologisch afbreekbaar
  3. I Inherent biologisch afbreekbaar volgens de OESO-richtsnoeren
  4. BEVESTIGEND dat culturele diversiteit inherent is aan de mensheid,
  5. Daarom is de vergoeding van de staat inherent […].
  6. Dit risico is inherent aan de aard van een proefproject.
  7. Inherent biologisch afbreekbaar, maar niet gemakkelijk biologisch afbreekbaar
  8. I Inherent biologisch afbreekbaar volgens de OESO-richtsnoeren
  9. Voor metalen tanks mag de breuk geen inherent defect in het metaal aan het licht brengen.
  10. Dit omvat niet pijn of leed slechts voortvloeiend uit, inherent aan of samenhangend met wettige straffen;
  11. Verandering is inherent aan computersystemen die in de praktijk gebruikt worden.
  12. Ook het lossen van een schip is inherent aan de scheepvaart.
  13. Dergelijke meningsverschillen zijn inherent aan de ruime beoordelingsmarge die bij de investeringsbesluiten van ondernemers wordt gehanteerd.
  14. Een aantal eisen zijn inherent aan het elektronische beheer van de processtukken binnen het Gerecht.
  15. Een stof wordt als inherent biologisch afbreekbaar beschouwd als de biologische afbreekbaarheid: