Betekenis van:
inkomen
inkomen
Werkwoord
- in een al of niet genoemde ruimte komen
"ergens (goed) kunnen inkomen"
"daar komt niets van in"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
inkomen
Werkwoord
- binnendringen in een afgesloten ruimte
"De regen is via het plafond de kamer ingekomen."
inkomen
Werkwoord
- zich verplaatsen in iemands gedachtengang
"Ja, daar kan ik wel inkomen."
inkomen (het ~ | meervoud inkomens)
Zelfstandig naamwoord
- betaling voor verrichte arbeid; dat wat er aan geld binnenkomt; som die iem. in geld of geldswaarde geniet als opbrengst van vermogen, onderneming of arbeid; inkomen
"een vast inkomen [hebben]"
"het belastbaar inkomen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
inkomen
Zelfstandig naamwoord
- regelmatig verkregen som geld
"Net nadat mijn inkomen was gestort heb ik een nieuwe computer gekocht."
Voorbeeldzinnen
- Een vast inkomen is een belangrijk iets voor mij.
- Inkomen:
- INKOMEN
- Aard van het inkomen:
- Inkomen uit vermogen
- INKOMEN (CODE 300)
- Mijn volledige persoonlijke inkomen
- Inkomen uit schuld (rente)
- aard van het inkomen:
- Inkomen uit aandelen (dividend)
- Pro-memorieposten — inkomen
- Inkomen uit schuld
- Inkomen uit directe investeringen
- Ontvangen netto-inkomen
- Inkomen uit aandelen