Betekenis van:
inkoop

inkoop (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het aankopen van goederen
"hij is belast met de inkoop van sokken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

inkoop
Zelfstandig naamwoord
  • het kopen van goederen
"Hij was inkopen wezen doen."
inkoop
Zelfstandig naamwoord
  • gekochte goederen
"Hij had een deel van zijn inkopen bij de kassa laten staan."

Voorbeeldzinnen

  1. de inkoop- of terugbetalingsopbrengsten in contanten, of
  2. Aandelen/participaties in beleggingsfondsen — inkoop van aandelen
  3. goederenvervoer (voor de directoraten „inkoop”, „materieel”, „infrastructuur” en „verspreid vervoer”).
  4. inkoop Orange-aandelen van E.On (950 miljoen EUR), en
  5. Verkoop en inkoop van aandelen/participaties in beleggingsfondsen
  6. inkoop France Télécom-aandelen van Vodafone (4973 miljoen EUR);
  7. vervoerscontract tussen Sernam en de SNCF (directoraat Inkoop),
  8. de verwachte uitstroom van kasmiddelen bij inkoop of terugkoop van deze categorie financiële instrumenten; en
  9. informatie over de wijze waarop de verwachte uitstroom van kasmiddelen bij inkoop of terugkoop is bepaald.
  10. vervoer van goederen voor rekening van de directoraten Materiaal, infrastructuur en Inkoop,
  11. Gedeeltelijke compensatie van visserijondernemingen voor de kosten van de inkoop van brandstof
  12. Verantwoordelijk voor de technologische vooruitgang van Iran door buitenlandse inkoop en opleiding; verleent ondersteuning aan de kern- en raketprogramma's
  13. Per brief van 31 januari 2002 heeft het directoraat Inkoop de contracten verlengd tot 31 oktober 2002.
  14. Als de feeder-icbe inkoop of terugbetaling van haar rechten van deelneming in de master-icbe vraagt, ontvangt zij:
  15. Verkoop en inkoop van aandelen/participaties in beleggingsfondsen: De tabel hierna geeft een overzicht van de vereiste uitsplitsing naar instrument van gegevens betreffende verkoop en inkoop van aandelen/participaties in beleggingsfondsen.