Betekenis van:
inpeperen

inpeperen
Werkwoord
  • flink de waarheid zeggen; doordringen van; inprenten; volkomen overtuigen
"iemand inpeperen dat ..."

Synoniemen

Hyperoniemen

inpeperen
Werkwoord
  • bestrooien van voedingsmiddelen met peper
"Heb je het hamlapje al ingepeperd?"
inpeperen
Werkwoord
  • iemand ergens voor bestraffen
"Hij heeft dat flink ingepeperd gekregen."
inpeperen
Werkwoord
  • (bij een discussie) iemand de les lezen.