Betekenis van:
inslag
inslag (de ~ | meervoud inslagen)
Zelfstandig naamwoord
- het krachtig inslaan
"de inslag van meteorieten/granaten"
"de inslag van twee granaten in het schoolgebouw kostte drie kinderen het leven"
Hyperoniemen
inslag
Zelfstandig naamwoord
- de draden die tijdens het weven tussen de opgespannen draden van de schering ingebracht worden
"Omdat de draad van de inslag brak moest de wever corrigerend optreden."
inslag
Zelfstandig naamwoord
- iemands geaardheid
"Die kunstzinnige inslag zit in de familie."
inslag
Zelfstandig naamwoord
- het met grote snelheid inslaan van een voorwerp, bijvoorbeeld een bom of een meteoriet
"De uitstervingsgolf aan het eind van het krijt wordt algemeen toegeschreven aan de inslag van een meteoriet die een grote krater in Yucatan achterliet."
inslag
Zelfstandig naamwoord
- een naar de binnenzijde omgeslagen deel van een boekomslag
"Op de inslag stond een levensbeschrijving van de schrijfster."
inslag (de ~ | meervoud inslagen)
Zelfstandig naamwoord
- dwarse weefseldraden
"dat is schering en inslag"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Inslag
- Inslag en uitslag
- de datum van inslag;
- Maand van inslag
- de inslag- en uitslagdatum;
- de datum van inslag;
- in het geval van inslag:
- F217: datum van begin particuliere opslag (inslag)
- Inslag in contractuele opslag vindt plaats:
- F217: datum van begin particuliere opslag (inslag)
- de datum van inslag in het bevoorradingsdepot,
- De inslag- en uitslagperioden zijn vermeld in de bijlage.
- het eigenaarschap op het tijdstip van de inslag;
- Bij elke inslag en elke uitslag worden in de registers vermeld:
- „eerste dag van contractuele opslag”: de dag na die van inslag;