Betekenis van:
instelling

instelling
Zelfstandig naamwoord
  • keer dat je iets instelt, of wat ingesteld is
"In deze instelling wordt op het scherm de tijdsmeting weergegeven."
instelling
Zelfstandig naamwoord
  • organisatie, die vaak subsidie van de overheid krijgt en geen geld wil verdienen
"Een bank is een financiële instelling met winstoogmerk."
instelling
Zelfstandig naamwoord
  • manier waarop je bezig bent met en denkt over wat je doet
"Ik vind zijn instelling tegenover de studie heel positief."
instelling (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • manier van denken en oordelen; houding tegenover bepaalde zaken
"een zakelijke instelling hebben"
"een [goede/positieve] instelling hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

instelling (de ~ | meervoud instellingen)
Zelfstandig naamwoord
  • instelling; vastgesteld gebruik; maatschappelijke instelling
"De vastenperiode werd gezien als een instelling tot inkeer en overdenking."

Synoniemen

Hyperoniemen

instelling (de ~ | meervoud instellingen)
Zelfstandig naamwoord
  • instelling v.e. radio- of tv-zender; het gebruiksklaar maken
"de instelling van een camera"
"de instellingen (van je computer) wijzigen"

Synoniemen

Hyperoniemen

instelling (de ~)
Werkwoord
  • start v.e. vereniging, bedrijf etc.; het oprichten
"de instelling van een nieuwe schooltype"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Instelling
  2. Uitreikende instelling
  3. Thermostaat: instelling:
  4. Soort instelling
  5. Uitreikende instelling
  6. certificatie-instelling;
  7. Meldende instelling
  8. Erkende instelling
  9. Verzoekende instelling: …
  10. „financiële instelling”:
  11. Instelling en bevoegdheden
  12. Gereserveerd (aanbevolen: navigatieontvangerfrequentie-instelling)
  13. Andere sociale instelling
  14. Instelling van de elektrodenafstand:
  15. Plaatsing in een instelling