Betekenis van:
instrument
instrument (het ~ | meervoud instrumenten)
Zelfstandig naamwoord
- fijn gereedschap
"een instrument gebruiken"
"op de instrumenten vliegen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
instrument
Zelfstandig naamwoord
- werktuig.
"Kun je mij dat instrument aangeven?"
instrument
Zelfstandig naamwoord
- verkort voor muziekinstrument
"Ik zou graag een nieuw instrument kopen, maar heb het geld nog even niet."
instrument (het ~ | meervoud instrumenten)
Zelfstandig naamwoord
- hulpmiddel; hulpmiddel; datgene wat gebruikt wordt om een doel te bereiken
"een enquête is een instrument om meningen te achterhalen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
instrument (het ~ | meervoud instrumenten)
Zelfstandig naamwoord
- instrument waarop je muziek kunt maken; muziekinstrument
"een instrument bespelen/spelen"
"de piano is zijn favoriete instrument"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Instrument/winst
- Type instrument
- financieel instrument
- Tandextractie-instrument
- Financieel instrument
- Samengebouwd instrument
- Geschikt instrument
- Type instrument
- Passendheid van het instrument
- Instrument met bewegende spiraal
- Instrument voor tandvulling
- Post (financieel instrument)
- Uitsplitsing naar type instrument
- Schuld, uitgesplitst naar instrument
- Responstijd van het instrument