Betekenis van:
intimus

intimus (de ~ | meervoud intimi)
Zelfstandig naamwoord
  • een erg goede vriend; boezemvriend; iemand die je vertrouwt
"onder intimi [zijn/verkeren]"
"het gesprek werd gevoerd met een kompaan en intimus van de verdachte"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen