Betekenis van:
ironisch

ironisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • iets in een merkwaardig of lachwekkend daglicht stellend
"Zijn ironische opmerking maakte het moeilijk ons gezicht in de plooi te houden."
ironisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • met ironie
"een ironische opmerking"
"een ironisch lachje"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het is nogal ironisch.
  2. "Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè?" "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."