Betekenis van:
irriteren

irriteren
Werkwoord
  • op onaangename wijze prikkelen
"Hij raakte geïrriteerd door het onophoudelijke geklaag van zijn studenten."

Voorbeeldzinnen

  1. Kinderen hebben er een hekel aan om leraren te irriteren.
  2. Fijn zaagsel en soortgelijke fijnkorrelige substraten dienen te worden vermeden omdat zij de gevoelige huid kunnen irriteren, ziekteverwekkers kunnen herbergen en moeilijk schoon te maken en te hergebruiken zijn.